Bij letselschade loopt een slachtoffer doorgaans niet alleen materiële schade op, zoals verlies van inkomsten en medische kosten, maar ook immateriële schade. Een ander woord voor deze immateriële schade is smartengeld. Deze schadevergoeding is bedoeld ter compensatie van het leed door de lichamelijke pijn, het geestelijk leed en de gederfde levensvreugde die een slachtoffer lijdt als gevolg van bijvoorbeeld een verkeersongeval, een medische fout of een beroepsziekte. Bij het vaststellen van de hoogte van het smartengeld wordt naar verschillende elementen gekeken zoals de aard van de aansprakelijkheid, de aard en ernst van het letsel, de huidige en toekomstige klachten en beperkingen en de medische behandelingen. De individuele omstandigheden zijn bepalend voor de hoogte van het bedrag. Naast smartengeld kan er ook recht zijn op vergoeding van shockschade bij anderen dan het slachtoffer zelf. Bij shockschade gaat het om ernstige psychische schade als gevolg van een traumatische gebeurtenis van een naaste. Er moet daarbij sprake zijn van confrontatie met die gebeurtenis of de directe gevolgen daarvan. Affectieschade, de schade die men door het verdriet van het overlijden of ernstig gewond raken van een familielid lijdt, komt in Nederland sinds 1 januari 2019 voor vergoeding in aanmerking.